twijnen
Twijnen is het om elkaar heen draaien van 2 of meerdere garens.
Als de kleuren van de vezel in het voorgaren zijn gemengd heet dat een jaspé. Als bij de garens, meestal van gelijke dikte, alleen de kleuren verschillend zijn heet het een mouliné.
corespun
Een kern wordt omwonden door een andere kleur. Daarna wordt de wollen draad vervilt, waardoor de 2 kleuren zich aan elkaar hechten. Oorspronkelijk is dit garen bedacht om een goedkoop garen te produceren met een kern van een mindere kwaliteit, deze draad werd niet gesneden. De techniek wordt ook gebruikt voor garens die niet mogen rekken of krimpen, voor bijvoorbeeld vliegtuigen. De kern bestaat dan uit glasvezel en het omhulsel uit een wol of een andere grondstof.
Een ander bekend corespun garen is Lycra, daar wordt een elastomeer (elastiek) omwondenden door een ander garen, gebruikt voor bijvoorbeeld panty’s en stretchstoffen.
Er zijn 2 technieken voor het vervilten van de draad: Periloc en de coventionele manier door de garens te wassen met zeep
cablégaren
Een cablégaren is opgebouwd uit 6 losse 1-draads garens, die per 2 draden samen zijn getwijnd en vervolgens zijn die 3 draden wéér samen gevoegd. Hierdoor ontstaat het koordachtig uiterlijk.