spinnen
ALLE textiel begint bij de grondstof van de materie. Die grondstof vormt de basis voor de uiteindelijke eigenschappen van het weefsel of breisel. De materie, de vezel, kan varieren van natuurlijk tot synthetish. Ook mengingen komen heel vaak voor. De meeste ‘wollen’ truien bestaan uit een menging van wol met acryl. Deels vanwege de prijzen van de grondstof maar ook vanwege bepaalde eigenschappen als kleurvastheid of slijtvasthed.
Vóór het spinproces worden de grondstoffen bepaald, vervolgens gemengd, gekamd en verwerkt tot een vliesdoek waar éen of meerdere lonten van worden gemaakt. Van het lont wordt vervolgens een draad gesponnen, een enkeldraads garen. Daarna komt het twijnen.
Een enkeldraads garen is getwist, gedraaid, maar niet getwijnd. De sterkte van dit garen wordt bij wol verkregen door het garen te vervilten.